Jaren geleden werd eens aan de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Hans van Mierlo, gevraagd hoeveel ambtenaren er op zijn ministerie werkten. Zijn antwoord? "Ongeveer de helft." Laten we die vraag maar niet stellen met betrekking tot de belastingdienst Aruba. Op Curaçao ging indertijd de grap rond dat men in de gangen van de overheidskantoren een witte streep in het midden had geschilderd, zodat de laatkomers niet zouden opbotsen tegen de vroegvertrekkenden. Toen een kennis van mij eens tegen een binnenkomende ambtenaar met twee kranten onder de arm opmerkte: "O, we hebben de vakliteratuur bij ons?"kreeg zij een vernietigende blik als antwoord. Toen ik eens naar een overheidskantoor opbelde voor informatie, kon ik de man die de telefoon aannam nauwelijks verstaan, want het leek wel alsof daar achter hem een kermis aan de gang was.
Zo zouden we deze hele krant kunnen vullen met grappen en ergernissen over ambtenaren, overal ter wereld. Maar, als je het mij vraagt spant Aruba de kroon. In verhouding tot de bevolkingsgrootte schijnt Aruba bovenaan de lijst te staan wat betreft het aantal ambtenaren. Daar komt nog bij, dat behalve het actieve - nou ja, ... "actief"? - ambtenarencorps er ook nog een zogeheten "overtolligheidspoel" bestaat van ambtenaren die thuis zitten te niksen tegen vol salaris met pensioenrechten, met de gretig aangegrepen kans om andere baantjes zwart aan te pakken.
Die "overtolligheidspoel", zoals ik hem niet abusievelijk noem, heet officieel "overtolligheidspool,"wat natuurlijk onzin is, tenzij we te maken hebben met een hybride woord met i.p.v. het Nederlandse "pool", het Engelse "pool", zodat de heren - want in overgrote meerderheid zijn het mannen - lekker kunnen zwemmen.
In deze kolommen heb Ik al eens gezegd dat ik medelijden heb met de minister van financiën, die het maar nooit lukt om de belastingen geheel en op tijd binnen te krijgen. Maar ja, waar je tien man zet op een functie die door één normaal werkende ambtenaar verricht kan worden, doen ze geen van allen een donder. En daar komen ze nog mee weg ook, want ze kunnen niet ontslagen worden als ze niet minstens de minister hebben verkracht. Daar wringt hem de schoen bij het hele ambtenarencorps. Het is niet onbegrijpelijk dat het ontslagrecht voor overheidspersoneel streng is, omdat in vroeger tijden bij het overnemen van het bestuur gelijk ook alle ambtenaren de deur uit vlogen om vervangen te worden door 'friends and family'. Maar een beetje meer gezag voor een directeur of hoofd van dienst om disciplinaire maatregelen te nemen, zou al heel wat verbeteren.
Sinds minstens veertig jaar hebben we de ervaring dat er eens in de drie of vier jaar een aantal technische bijstanders uit Nederland wordt aangetrokken om de achterstanden BIJ DE BELASTINGDIENST in te lopen. Maar zo gauw ze vertrokken zijn, ligt de boel weer op z'n gat , zodat wij, zoals nu weer, ineens drie of vier belastingaanslagen tegelijk krijgen, op het laatste nippertje voordat ze verjaren, met de opdracht binnen twee maanden te betalen! En dan te bedenken dat ze, volgens betrouwbare informatie, al jaren een fantastisch computerprogramma hebben waarmee ze gemakkelijk alle aanslagen op tijd kunnen uitdraaien. Maar dan moet je op een knopje drukken en daar wordt je alleen maar moe van, nietwaar!
De huidige minister-president stond, niet zo gek lang geleden, zelf aan het hoofd van de belastingdienst. Zij zou dus ook moeten weten hoe je die luie donders eindelijk eens aan het werk zou kunnen krijgen, bijvoorbeeld door telefoons en kranten te verbieden en het ontslagrecht van ambtenaren ter discussie te stellen .
Henk de Beijer